Leishmania bij de hond
Wat is Leishmania?
Leishmania bij honden is een chronische ziekte die wordt veroorzaakt door een kleine ééncellige parasiet, genaamd Leishmania infantum. Het wordt overgedragen door zandvliegjes en veroorzaakt meestal huidklachten en/of vage algemene symptomen.
Honden worden besmet met Leishmania wanneer ze gebeten worden door een geïnfecteerd zandvliegje. De vliegjes steken ’s avonds/’s nachts en ’s ochtends wanneer het windstil is. De parasiet zal dan binnendringen in witte bloedcellen van de hond en kan zo rondgevoerd worden doorheen heel het lichaam.

Een zandvliegje die Leishmania bij honden kan overdragen

Voorkomen van Leishmania bij de hond in Europa (afbeelding van ESCCAP)
Waar komt Leishmania voor?
Leishmania komt voor in het Middellandse Zeegebied (zie de blauwe zone op het kaartje). In Nederland en België is het voor de zandvliegjes die Leishmania overbrengen te koud om te overleven en komen ze dus niet voor. We zien bij ons dan ook enkel gevallen van Leishmania bij honden die uit de warmere gebieden komen waar de zandvliegjes wel aanwezig zijn.
Symptomen van Leishmania
De meeste honden die besmet worden met Leishmania, worden niet ziek en hoeven dan ook niet behandeld te worden. Sommige honden worden er wel ziek van en kunnen dan heel uiteenlopende symptomen krijgen. De eerste symptomen treden pas maanden tot zelfs 7 jaar na de besmetting op.
Mogelijke symptomen zijn:
- Huidafwijkingen (meest voorkomend):
- Huidletsels: vaak op de plaats waar de zandvliegjes hebben gebeten (meestal op de neus of oortoppen) of op de ellebogen of hakken
- Haaruitval: volledig kale plekken of plaatsen met weinig haren. De haaruitval begint meestal rond de ogen.
- Schilfering
- Verdikking van de huid
- Korstvorming
- Abnormale groei van nagels (onychogryphosis)
- Zwelling van lymfoïde organen:
- Zwelling van lymfeknopen
- Zwelling van de milt
- Leveraantasting
- Algemene ziektetekens:
- Vermoeidheid, lusteloosheid
- Verminderde eetlust
- Gewichtsverlies
- Koorts
- Braken
- Diarree
- Andere:
- Bloeden uit de neus
- Braken of diarree
- Gewrichtsklachten, kreupelheid
- Oogafwijkingen
- Nierfalen die fataal kan zijn
- Spieratrofie (meestal aan de kop). Hierdoor gaat de hond er ouder uitzien.
- …

Leishmania bij een hond in de shelter

Leishmania bij een hond in de shelter

Leishmania bij een hond in de shelter

Leishmania parasieten in een witte bloedcel van een hond onder de microscoop (afbeelding van ESCCAP)
Diagnose van Leishmania
De diagnose van Leishmania bij de hond kan op verschillende manieren gebeuren:
- Aantonen van antilichamen in het bloed: Er bestaan verschillende testen die de antilichamen in het bloed van de hond opsporen. De meeste hiervan zijn erg goed en betrouwbaar.
- Aantonen van de parasiet onder de microscoop: Staaltjes van bijvoorbeeld een huidletsel kunnen onderzocht worden onder de microscoop. Met een beetje geluk kan hierop een parasiet zichtbaar zijn en kan men zo eenvoudig de diagnose stellen.
- PCR test op een biopt van de huid, lymfeknoop of beenmerg: Een PCR test toont het DNA van de parasiet aan. Op deze manier is de kans groter dat de Leishmania wordt teruggevonden dan bij een microscopisch onderzoek.
Soms is een combinatie van deze technieken nodig om tot een definitieve diagnose te komen.
Behandeling van Leishmania
Indien er optijd wordt ingegrepen, is Leishmania bij honden goed te behandelen. Er bestaat medicatie die de symptomen goed kan tegengaan. De hond blijft wel levenslang drager van de ziekte en heropflakkeringen zijn dus mogelijk.
De behandeling van Leishmania bij honden bestaat meestal uit een langdurige kuur van allopurinol. Dit zijn tabletjes die gedurende enkele maanden tot soms levenslang moeten gegeven worden. De medicatie kan de symptomen goed onder controle houden zodat de meeste honden geen last meer hebben van de ziekte. Helaas is het onmogelijk alle Leishmania parasieten volledig te elimineren: er blijven steeds enkele parasietjes verstopt zitten in het lichaam. Hierdoor is er kans dat de hond hervalt en opnieuw behandeld moet worden.
Soms is er onvoldoende beterschap met enkel de allopurinol tabletjes. Dan kan er tijdelijk bijkomend behandeld worden met meglumine antimonaat (injecties) of miltefosine (een drank). De injecties moeten dagelijks toegediend worden bij de dierenarts, wat zeer vervelend is voor zowel hond als eigenaar. De drank is daarom een eenvoudigere keuze. Deze moet wel samen met de voeding gegeven worden want anders is er kans dat de hond gaat braken.
Bij een hond die niet te ernstig ziek is en bijvoorbeeld enkel huidklachten heeft, is er veel kans op herstel. Als de hond ook algemene ziekteklachten heeft, is het herstel meer onzeker. In zeer ernstige gevallen kan er schade zijn aan de nieren, wat een slecht teken is want deze schade kan niet meer hersteld worden.

Leishmania bij een hond in de shelter
Het is aan te raden een hond met Leishmania te laten opvolgen door een dierenarts. Deze kan op regelmatige basis een bloedonderzoek en/of een serologische test uitvoeren om na te gaan of de ziekte nog voldoende onder controle is.
Preventie van Leishmania
Enkele tips ter preventie van Leishmania bij honden:
- Hou de hond ’s avonds en ’s nachts binnen om te voorkomen dat hij gebeten wordt door zandvliegjes.
- Plaats horren in ramen en deuren. Let op: de zandvliegjes zijn zeer klein dus de gaaswijdte moet kleiner zijn dan 0,4 mm².
- Gebruik muggen-werende middelen zoals een halsband of spot-on. Deze producten werken ook tegen muggen die hartworm overbrengen.
- Sinds kort bestaat er een vaccin tegen Leishmania bij honden. Het zou de kans verminderen dat de hond ziek wordt na besmetting met Leishmania. Voorlopig is het onderzoek hierover nog beperkt en het vaccin is momenteel nog behoorlijk duur.

Wij proberen de honden in de shelter in Griekenland zo goed mogelijk te beschermen tegen besmetting met Leishmania. Met 120 honden in de opvang wordt het echter zeer kostelijk om voor elke hond strikte zandvliegenpreventie te voorzien. Wie wil helpen de honden in de shelter te beschermen, kan dit doen door een vrije bijdrage te doneren met vermelding ‘zandvliegpreventie voor de honden in de opvang’.